Van 9 tot 12 september werd voor de 39ste keer het ESPEN congres georganiseerd. Ons ‘kleine land’ was na 20 jaar weer uitverkoren om dit mooie congres weer te mogen te organiseren. Het eerste gevoel wat ik je opkomt, als je het congres binnen loopt, is trots. Trots dat wij als Nederland een aandeel leveren binnen het mondiale onderzoek op het gebied van enterale en parenterale voeding. Het waren volle dagen en mooi om te zien dat er veel onderzoeken binnen de geriatrie en de ouderenzorg zo goed plaatsvinden.
Hierbij een kleine weergave van de afgelopen dagen en we zijn hiervoor zeker niet volledig:
André Kuipers opende het congres met een leuk inkijkje in zijn werk en leven als astronaut. Hoe er aan boord wordt omgegaan met het scheiden van afval of het recyclen van het water (inclusief condensvocht en urine). Hij liet het effect zien van het verblijf in de ruimte op je botdichtheid en spiermassa. Hoe zorg je ervoor dat beide nog enigszins op niveau blijven? Krachttraining binnen een ruimte zonder zwaartekracht is dan een uitdaging. Natuurlijk is voeding een belangrijk component om fit de ruimtereis door te komen. Het blijkt dat een gelei-achtige structuur de ideale consistentie is, kruimels en druppels wil je namelijk niet overal in je capsule zien zweven.
Diverse onderzoeken keken naar effecten op spiermassa. Naast eiwit (HP) werd ook specifieker naar aminozuren onderzoek gedaan. We realiseren ons ook dat onderzoek tijd kost en dat bij een deel van de onderzoeken gekeken is naar voeding in combinatie met beweging. Waar twee jaar geleden op ESPEN nog veel gesproken werd over leucine als belangrijk aminozuur, komen nu de HMB en een ‘mix van essentiële aminozuren’ in onderzoeken naar voren als mogelijke componenten die belangrijk zijn in relatie tot spiermassa.
Verder werden er ook onderzoeken gepresenteerd over o.a. probiotica, de verbinding maag-darm stelsel en COPD, smaakveranderingen bij ouderen (de inzet van normale voeding, eiwitrijke voeding versus dieetpreparaten met eiwit).
Naast de inhoudelijke bijeenkomsten is zo’n internationaal congres ook belangrijk om te netwerken met collega-diëtisten. Vanuit DGO is er contact gezocht met partners en nieuwe contacten. Er is gekeken naar sprekers die hun scholing ook evt. bij DGO willen geven. Bijvoorbeeld: Wout Orten gaf een posterpresentatie, waarbij zij onderzoek heeft gedaan naar magnesium. Zij zag een laag magnesium bij o.a. CVA en mensen die proton-remmers gebruiken. Wout is enthousiast en wil haar informatie delen met DGO leden (wordt vervolgd).
Daarnaast is met onderzoekers in Nederland besproken hoe de samenwerking met DGO vorm kan krijgen. Leuk om te ervaren dat onderzoekers, maar ook onze vaste sponsoren, het waarderen om samen met professionals op te trekken. De werelden hebben elkaar nodig. Wij hebben mooie onderzoeksvragen en data over ons werk en onze doelgroep, zij hebben de kennis hoe hier conclusies uit te trekken. Daarbij zijn wij ons zeker bewust dat we binnen DGO master diëtisten hebben (die zijn er, maar wie en waar?!) en studenten Hogescholen kunnen betrekken.
Het mooie van de onderzoekers is dat ze volhardende nieuwsgierige mensen zijn. Ondanks dat ze niet altijd positieve conclusies kunnen trekken, weten ze één ding zeker; ‘Er moet nog meer onderzoek plaatsvinden’.
Afgelopen ESPEN dagen gaf ons in ieder geval veel inspiratie en stof tot nadenken. Hoe kan onderzoek binnen ons verpleeghuis gedaan worden? Hoe kan daarmee de kwaliteit binnen onze vakgroep omhoog en kunnen we het imago van de diëtist verder verbeteren? Eigenlijk blijft het centrale thema van zo’n ESPEN congres, ‘Verbinden‘. Dank aan Eva Jonker, mijn collega en DGO-lid. Samen hebben we deze input geleverd.
Tot 28 en 29 september op onze tweedaagse post HBO, dan spreken we elkaar vast weer over het onderwerp ‘onderzoek’.
Ingrid Huisman